Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4h. EEG-Raadszitting over de economische en monetaire unie.
Witteveen meent dat het overleg over de EMU in de laatste Raadzitting al met al niet onbevredigend is verlopen. De belangrijkste beginselen die gedurende de 1e fase nader zullen worden uitgewerkt zijn: 1) De bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor het nemen van economisch-politieke beslissingen op Gemeenschapsniveau zullen worden overgebracht naar de Gemeenschap in een vorm dat deze efficiënt en snel kan worden bestuurd, 2) Het hele EMU-beleid zal worden onderworpen aan de controle door het Europees parlement. 3) De vraag of de gemaakte afspraken kunnen worden gebaseerd op het EEG-verdrag, danwel dat wijziging of aanvulling van het verdrag noodzakelijk is, zal nader door de Commissie worden bekeken.
Op financieel-technisch terrein zijn een aantal belangrijke vorderingen gemaakt. Zo werd een duidelijke tekst afgesproken over de coördinatie van de begrotingspolitiek, vastgelegd wat er op het terrein van de fiscale harmonisatie moet gebeuren en werden Commissie-voorstellen inzake de coördinatie van de economische politiek aanvaard. Ook ging de EEG-Raad akkoord met vernauwing van de marges voor de wisselkoersen.
Het is Luns opgevallen hoe partijdig het Franse voorzitterschap is en hoe de Belgische delegatie zich inspant om de Fransen ter wille te zijn. De Koster meent dat de raadszitting wel enige positieve punten heeft opgeleverd, maar dat de resultaten in vergelijking met het rapport-Werner wel erg mager zijn. De Nederlandse delegatie heeft mede met het oog op de Britse toetreding, genoegen moeten nemen met enkele nietszeggende formules over de bevoegdheid van het Europees Parlement.