Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4f. Samenstelling van de nieuwe Europese Commissie.
De Koster acht het voor de Nederlandse leden van de commissie van belang dat zo spoedig mogelijk wordt meegedeeld of het kabinet bereid is een van hen voor te dragen voor de nieuwe Commissie van 9 leden die per 1 juli wordt geformeerd.
Klompé vraagt zich af of het niet beter is pas een nieuwe commissie te vormen nadat Groot-Brittannië is toegetreden, zodat een ingewerkte Commissie de toetredingsonderhandelingen kan voeren.
Witteveen meent echter dat het niet tijdig inkrimpen van het ledental van de Commissie het gevaar inhoudt dat de Commissie na de Britse toetreding meer dan 14 leden zou krijgen. Spreker heeft de indruk dat de Commissie hoopt dat de Raad besluit het ledental voorlopig op 14 te houden.
De Koster antwoordt dat het besluit om het ledental per 1 juli terug te brengen tot 9 bij het fusieverdrag is genomen. Hiervan kan alleen bij unanimiteit worden afgeweken. Op zichzelf zou spreker geen bezwaar hebben om het ledental op 14 te handhaven, mits de vaste afspraak wordt gemaakt dat de Commissie na de toetreding niet meer dan 14 leden zal hebben.
Besloten wordt de voordracht van het Nederlandse lid in petit comité voor te bereiden.