Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
18d. Conclusies van de REZ van 5 mei 1972.
Besproken worden enkele wijzigingen in de conclusies. Westerterp merkt op dat er in de REZ meningsverschil bestond over de vraag of, indien de raad van ministers niet in een bepaalde termijn een beslissing kan nemen, deze beslissingsbevoegdheid kan worden overgedragen aan het Europees Parlement. Nelissen meende dat het te ver ging dat het parlement de plaats van de Raad zou krijgen. Indien er geen overeenstemming is, dan zal het voorstel zijn dat er geen verdragswijziging komt. Op de voorgestelde wijze wordt de Europese ministerraad uitgeschakeld en dat gaat hem in het belang van de EEG te ver.
De Koster merkt op dat hij dergelijke discussies vaker heeft meegemaakt. Hoewel het voorstel van Buitenlandse Zaken juridisch misschien niet geheel sluitend is, acht hij het toch van belang dat men van Nederlandse kant het initiatief blijft nemen.
Nelissen blijft vrezen dat, indien er werkelijk belangrijke voorstellen zijn, Nederland dan zijn kaarten heeft uitgespeeld. Westerterp denkt van niet.