S02608
21-12-1973
Actoren
Advies
Samenvatting
SER-advies inzake de voorstellen van de Europese Commissie betreffende de oprichting van een Europees regionaal ontwikkelingsfonds.
De EC constateert dat op het gebied van het regionale beleid ondanks tot dusver genomen maatregelen onvoldoende vooruitgang is geboekt. Met name is het beleid ontoereikend gebleken om een tegenwicht te vormen tegen de neiging van ondernemingen om zich vooral te vestigen in sterk ontwikkelde gebieden. Naarmate de EMU wordt verwezenlijkt moeten de belangrijkste onevenwichtige situaties in de Gemeenschap worden opgeheven. Hiervoor wordt nu voorgesteld een fonds te vormen. De SER kan deze gedachte onderschrijven. De omvang van het fonds en uitbreiding daarvan dienen dan ook mede te worden bepaald door de voortgang welke bij de coördinatie van het economische en monetaire beleid wordt gemaakt. Ook dient er coördinatie te zijn met de overige gemeenschapsfondsen. Tenslotte meent de SER dat communautaire hulp uitsluitend een aanvulling dient te zijn op de uitgaven voor regionaal beleid van de lidstaten zelf en dat deze hulp moet worden verleend i.h.k.v. specifiek op de ontwikkeling van een regio gerichte programma's of doelstellingen.
De EC constateert dat op het gebied van het regionale beleid ondanks tot dusver genomen maatregelen onvoldoende vooruitgang is geboekt. Met name is het beleid ontoereikend gebleken om een tegenwicht te vormen tegen de neiging van ondernemingen om zich vooral te vestigen in sterk ontwikkelde gebieden. Naarmate de EMU wordt verwezenlijkt moeten de belangrijkste onevenwichtige situaties in de Gemeenschap worden opgeheven. Hiervoor wordt nu voorgesteld een fonds te vormen. De SER kan deze gedachte onderschrijven. De omvang van het fonds en uitbreiding daarvan dienen dan ook mede te worden bepaald door de voortgang welke bij de coördinatie van het economische en monetaire beleid wordt gemaakt. Ook dient er coördinatie te zijn met de overige gemeenschapsfondsen. Tenslotte meent de SER dat communautaire hulp uitsluitend een aanvulling dient te zijn op de uitgaven voor regionaal beleid van de lidstaten zelf en dat deze hulp moet worden verleend i.h.k.v. specifiek op de ontwikkeling van een regio gerichte programma's of doelstellingen.