S02625
04-1973
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota L&V betreffende het voorstel voor een richtlijn aan de Raad over berglandbouw en enkele andere minder begunstigde gebieden.
Op 27 februari diende de Europese Commissie een richtlijn in voor steun aan landbouw in bergstreken in. Doel van de richtlijn is het verbeteren van landbouwinkomens in instandhouden van de landbouw in bergstreken en sommige andere probleemgebieden waar de landbouw onmisbaar is voor het behoud van een bevolkingsminimum en voor de landschapsverzorging. De Commissie wil voorkomen dat deze gebieden leeglopen en wil met behulp van een inkomensaanvulling boeren overreden hun taak als instandhouder van het natuurlijk milieu te blijven vervullen. Het overgrote deel van deze gebieden ligt buiten Nederland en het ligt daarom voor de hand een afwijzend standpunt in te nemen. Gezien het feit dat de belangrijkste EG-landen wel iets voor de regeling voelen is het echter beter zich te richten op de meest essentiële elementen voor een goede afgrenzing van de consequenties van het voorstel. Nederland zou kunnen instemmen met een Gemeenschapsbijdrage van 25% i.p.v. de voorgestelde 50%. Verder is het niet gewenst de mogelijkheden tot gesubsidieerde bedrijfsontwikkeling al te ruim te maken, terwijl er zeker geen dwangmatig karakter aan gegeven moet worden.
Op 27 februari diende de Europese Commissie een richtlijn in voor steun aan landbouw in bergstreken in. Doel van de richtlijn is het verbeteren van landbouwinkomens in instandhouden van de landbouw in bergstreken en sommige andere probleemgebieden waar de landbouw onmisbaar is voor het behoud van een bevolkingsminimum en voor de landschapsverzorging. De Commissie wil voorkomen dat deze gebieden leeglopen en wil met behulp van een inkomensaanvulling boeren overreden hun taak als instandhouder van het natuurlijk milieu te blijven vervullen. Het overgrote deel van deze gebieden ligt buiten Nederland en het ligt daarom voor de hand een afwijzend standpunt in te nemen. Gezien het feit dat de belangrijkste EG-landen wel iets voor de regeling voelen is het echter beter zich te richten op de meest essentiële elementen voor een goede afgrenzing van de consequenties van het voorstel. Nederland zou kunnen instemmen met een Gemeenschapsbijdrage van 25% i.p.v. de voorgestelde 50%. Verder is het niet gewenst de mogelijkheden tot gesubsidieerde bedrijfsontwikkeling al te ruim te maken, terwijl er zeker geen dwangmatig karakter aan gegeven moet worden.