Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02679
04-04-1973
Samenvatting
Nota over de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Geassocieerde Afrikaanse Staten, Madagascar en Mauritius alsmede de associabele ontwikkelingslanden van het Gemenebest in Afrika, in het Caraïbische gebied en de Stille Oceaan. (Yaoundé III)
Het stuk valt uiteen in:
A) Overwegingen van algemene aard: uitbreiding van het associatiebeleid, Eurafrique-gedachte, Geste (Nederland wenst rekening te houden met de belangen van ontwikkelingslanden op wie protocol. No.22 niet van toepassing is), contrapreferenties, bilaterale en communautaire betrekkingen met Afrika, driedeling ( bij nieuwe associatie-overeenkomst een geografische driedeling hanteren met verschillende maatregelen, geen uniforme regeling), Suriname en de Nederlandse Antillen.
B) Ontwikkelingspolitieke overwegingen: concrete maatregelen worden voorgesteld op handelspolitiek gebied (tarifaire maatregelen, consumptiebevorderende maatregelen) en op het geboed van de financiële hulpverlening, gebasseerd op de eerder genoemde driedeling in gebieden.
Zie ook