Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02706
14-03-1974
Samenvatting
Antwoord van De Ranitz op de 'Brief bij de jaarwisseling'die een aantal Chefs de Poste op 4 januari ontvingen. In zijn antwoord gaat De Ranitz in op drie voor zijn post (Parijs) relevante onderwerpen: 1) wat stellen we ons voor van de Europese Unie, 2) wat is de verwachtbare Franse houding, 3) welke is de optimale verhouding tussen Europa en de VS.
Ad 1) De thans in gang zijnde exercitie om in 1980 te komen tot een EU is in wezen een additionele stap op weg naar Europese eenwording. Deze stap zal verder moeten gaan dan de douaneunie en de EMU. Vraag is of de EU van 1980 een einddoel zal zijn of slechts als een etappe daartoe. Het Nederlandse beleid zou kunnen zijn: 1) verdere uitbouw van de in het verdrag voorziene mogelijkheden, inclusief verbetering van het besluitvormingsproces, 2) voorkomen van verdere uitbouw van de intergouvernementele EPS, gecombineerd met pogingen de bestaande EPS aan te haken aan de communautaire praktijk, 3) geen tegenstelling met de VS kweken en dus ook geen plaats van voor het Europees continent tussen de supermogendheden.