S03112
08-10-1975
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota voor de Coördinatiecommissie betreffende de balans van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Op 2 okt. 1974 verzocht de Raad de Commissie een balans van het GLB op te maken. Dit gebeurde op verzoek van Duitsland, dat met name geoccupeerd is door de budgettaire aspecten.
Een Nederlandse oordeelsvorming zou moeten plaatsvinden zowel op interne als externe overwegingen. Vermeden moet worden dat het GLB uiteen zou vallen op grond van innerlijke tekortkomingen. Voor Nederland geldt dat handhaving, c.q. herstel van het marktevenwicht een hoge prioriteit moet hebben. Verdere Nederlandse uitgangspunten zijn: handhaving vrij handelsverkeer in landbouwproducten in de Gemeenschap, herziening van het stelsel van monetair compenserende bedragen om concurrentieverstoringen te elemineren, een zo efficiënt mogelijk beheer van de landbouwmarkt ten einde de budgettaire kosten zo beperkt mogelijk te houden, vermijding van concurrentieverstoringen door steunmaatregelen. Op het externe vlak wordt gewezen op de bijdrage van Gemeenschap aan de wereldvoedselvoorziening. Daarbij moet de EG ook oog hebben op mogelijk nadelige effecten van het beleid op de voedselproductie in ontwikkelingslanden.
Op 2 okt. 1974 verzocht de Raad de Commissie een balans van het GLB op te maken. Dit gebeurde op verzoek van Duitsland, dat met name geoccupeerd is door de budgettaire aspecten.
Een Nederlandse oordeelsvorming zou moeten plaatsvinden zowel op interne als externe overwegingen. Vermeden moet worden dat het GLB uiteen zou vallen op grond van innerlijke tekortkomingen. Voor Nederland geldt dat handhaving, c.q. herstel van het marktevenwicht een hoge prioriteit moet hebben. Verdere Nederlandse uitgangspunten zijn: handhaving vrij handelsverkeer in landbouwproducten in de Gemeenschap, herziening van het stelsel van monetair compenserende bedragen om concurrentieverstoringen te elemineren, een zo efficiënt mogelijk beheer van de landbouwmarkt ten einde de budgettaire kosten zo beperkt mogelijk te houden, vermijding van concurrentieverstoringen door steunmaatregelen. Op het externe vlak wordt gewezen op de bijdrage van Gemeenschap aan de wereldvoedselvoorziening. Daarbij moet de EG ook oog hebben op mogelijk nadelige effecten van het beleid op de voedselproductie in ontwikkelingslanden.