Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03234
12-02-1982
Samenvatting
A/63. Ontwerp-resolutie van het EP over zijn bevoegdheden m.b.t. toetredingsverdragen [etc.]
Op de agenda van de EP-zitting van 18 febr. staat de behandeling van de resolutie-Blumenfeld over de rol van het EP bij de onderhandelingen over en ratificatie van toetredingsverdragen en andere verdragen en overeenkomsten van de EG met derde landen. Het EP wil een institutioneel akkoord tussen de instellingen over zijn rol bij associatie- en handelsovereenkomsten en bij toetredingsverdragen. De institutionele strekking van de resolutie is vergaander dan die van Hänsch en Van Miert. Inwilliging zou het EP een vetorecht geven voor elk door de Gemeenschap te sluiten verdrag. In de toelinchting van de resolutie wordt verwezen naar mededelingen van de Commissie over versterking van de rol van het EP door de toepassing van de Luns- en Westerterpprocedures.
De vraag is op welke wijze aan de wensen van het EP kan worden tegemoet gekomen zonder verdragswijziging.
De wensen van het EP stuiten op praktische bezwaren. Het is niet zinvol als het EP zich uitspreekt over een aan de Commissie te verstrekken onderhandelingsmandaat. Ook is het de vraag of de Raad bereid zal zijn het sluiten van verdagen afhankelijk te maken van de uitkomst van het ratificatiedebat in het EP. Gezien de plannen van Genscher en Colombo voor een Europese Akte is bestudering van de resolutie wel wenselijk. Nederland zou dit op de Algemene Raad van 22 en 23 maart aan de orde kunnen stellen.