Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. Financiering van de Europese Gemeenschap.
In de CoCo is het Groenboek van de Europese Commissie over de toekomstige financiering van de EG behandeld op basis van een interdepartementale nota. Financiƫn heeft problemen met deze nota. Er zijn t.a.v. de financiering twee problemen, nl. dat de huidige eigen middelen in de naaste toekomst onvoldoende zullen zijn en de Britse compensatie. Van Eekelen meent dat beide zaken in samenhang moeten worden behandeld. De vraag is in hoeverre Nederland bereid is mee te werken aan oplossing van het Britse probleem. Als Nederland niet meewerkt dan dreigt het gevaar van nationale financiering en dat is duurder dan meewerken aan het vinden van een nieuwe financieringssleutel.
Ruding meent dat ook dit voor Nederland duurder zal zijn. Hij meent ook dat een betere beheersing van de EG-begroting nodig is. De noodzaak van uitbreiding van eigen middelen van de Gemeenschap is niet aangetoond. Indien deze uitbreiding zou leiden tot een groter beslag op de Nederlandse begroting, dan dient dit gecompenseerd te worden. De minister-president constateert dat er geen bezwaren zijn tegen het inventariseren van de Nederlandse wensen t.a.v. Europa, er ingestemd wordt met de noodzaak tot beheersing van de EG-begroting; er geen verschil bestaat t.a.v. het gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat de toetreding een belangrijk scharnier is bij de begrotingsproblematiek, maar dat het Britse compensatievraagstuk en de landbouwproblematiek acuut zijn. Het kabinet trekt nog geen definitieve conclusies, maar blijft wel vooralsnog vasthouden aan het regeerakkoord.
Zie ook