Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03671
15-02-1983
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 15 febr. 1983.
1. Voorbereiding Algemene Raad, 21/22 febr.
1.1. Uniforme verkiezingsprocedure. Aangezien over de twee grondslagen van het voorstel, evenredige vertegenwoordiging en toekenning actief en passief kiesrecht aan alle in de Gemeenschap woonachtige onderdanen van de lidstaten, heeft het voorzitterschap voorgesteld af te zien van pogingen om tot meer uniformiteit van de verkiezingen 1984 te komen. In plaats daarvan heeft het voorzitterschap een niet-bindende tekst voor een Raadsresolutie voorgesteld. Nederland meent echter dat nu beter kan worden afgezien van nadere Raadsbesluiten, wat betekent dat de regeling van 1979 van toepassing zal zijn. Dit sluit niet uit dat lidstaten zelf verdergaande maatregelen kunnen vaststellen, bv. toepassing van het domiciliebeginsel. Ook Nederland zal hiernaar streven.
De CoCo meende verder dat na moet worden gegaan of Nederland de stemmen kan tellen op de dag van de verkiezing en de uitslag op de daaropvolgende maandagochtend bekend te maken.
1.10. Groenland De CoCo concludeerde dat Nederland een losmaken van een deel van het Europese EEG-grondgebied betreurt. Nederland stemt in met het verlenen van een LGO-status van Groenland.
2. Vervoersraad, 23 febr. De Commissie heeft een nieuw memorandum opgesteld voor een discussie over het gemeenschappelijk vervoersbeleid. Volgens de CoCo wenst Nederland de discussie in eerste instantie te beperken tot de gemeenschappelijke vaststelling van prioritaire beleidsterreinen. Nederland kan niet akkoord gaan met oplossingen, die gebaseerd zijn op een meer snelhedenbeleid, behoudens in gevallen waarin sprake is van overgangsmaatregelen.