Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03691
19-09-1984
Actoren
Brief en notitie
Samenvatting
Opvattingen aangaande de werkzaamheden van het ad-hoc Comité met betrekking tot de toekomst van de Gemeenschap.
Aanleiding voor de werkzaamheden vh Comité lijkt gelegen in het dynamisch en evolutief karakter van de EG waaruit de noodzaak voortvloeit periodiek vast te stellen welke aanpassingen nodig zijn om de structuren in overeenstemming te brengen met opgetreden veranderingen en wegen te openen voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is bijzonder opportuun bij de toetreding van twee nieuwe lidstaten. Het is daarom ook juist dat het Comité het zwaartepunt legt bij institutionele vraagstukken. Gestreefd moet worden naar een versterking van de effectiviteit van Gemeenschapsorganen, t.w. de Commissie, de Raad en het Europees Parlement. De Commissie moet wederom meer gaan functioneren als motor en katalysator voor besluitvorming in de Raad. De besluitvorming in de Gemeenschap wordt bij tijd en wijle opgehouden door de notie dat vitale belangen van de lidstaten door besluitvorming zouden worden geschaad. Voor Nederland is het onaanvaardbaar als Gemeenschapsbeluiten niet van toepassing zijn op alle lidstaten en er dus aparte klassen van lidstaten ontstaan.
Het Europees Parlement moet de leemte opvullen die is ontstaan omdat nationale parlementen praktisch geen invloed meer kunnen uitoefenen op het functioneren van Gemeenschapsinstellingen.