Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 c. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 18 juni 1974.
Met betrekking tot de onderhandelingen met de Middellandse-Zeelanden is men er commercieel wel bijna uit, het knelpunt is nog de financiële hulp. Pronk vindt dat er nog geen bedrag kan worden genoemd voordat een koppeling wordt gelegd met de overige hulpverleningen en de reserves van West-Duitsland en Frankrijk op ontwikkelingshulp zijn opgeheven. De negen moeten eerst een beginseluitspraak doen over de omvang van communautaire hulpverlening. Daarnaast zijn de nu genoemde bedragen buiten proportie, wanneer hiermee akkoord wordt gegaan is het gevaar dat het richtinggevend zal zijn voor EEG-hulpverlening in de toekomst. Andere bewindslieden willen echter wel een bedrag noemen om niet geïsoleerd te raken. Daarnaast is er de politieke overweging in verband met de oliecrisis en de banden met Algerije. De raad machtigt de delegatie uiteindelijk om een bedrag te noemen mits de reserves van West-Duitsland en Frankrijk worden opgeheven. Vervolgens komen ook andere punten wat korter aan de orde, waaronder de onderhandelingen met de ACP-landen en de EEG-bijdrage aan het UNRA-project.