Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 c. Bijeenkomst van EEG-regerinsleiders op 9 en 10 december 1974 te Parijs.
Den Uyl doet verslag van de bijeenkomst. Hoewel de verwachtingen niet te hoog waren gespannen, is hij per saldo niet ongelukkig over het verloop en de afloop van de besprekingen. De Europese Raad heeft besloten driejaarlijks bij een te komen. Er zijn afspraken gemaakt over vergroting van de bevoegdheid van het Europees Parlement evenals rechtstreekse verkiezingen. Groot-Brittannië heeft aangegeven zich hier pas over uit te spreken nadat de beslissing is genomen over het lidsmaatschap van de gemeenschap. Uiteindelijk bond Giscard d’Estaing in ten aanzien van de Britse bijdrage aan de EEG. De Commissie is gevraagd een aanpassingsmechanisme uit te werken. Er is overeenstemming over de noodzaak de recessie tegen te gaan, het regionale fonds uit te bouwen, de impasse bij het overleg over energieproblemen te doorbreken en de kwestie van het Britse lidmaatschap en de formule daarvoor te regelen. Hoewel Den Uyl positief gestemd is over de uitkomsten wijst hij op de sombere uitspraken van Callaghan en Schmidt en de problematisch economische en politieke situatie in verschillende landen.