Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
De Gaay Fortman aan de Voorzitter van de Tweede Kamer. Betreft: Bijzonder lidmaatschap Staten-Generaal voor Nederlandse leden van Europese Parlement.

Voordelen:
a) behoud van contact met nationale politiek b) verlichting van de belasting van een dubbel mandaat c) mogelijkheid om een lid van de ER onder druk te zetten in de Kamer wat in het EP thans niet mogelijk is d) Meer invloed voor het EP als leden ook een rol spelen in de nationale politiek e) gemakkelijker voor de Kamer om zaken in een Europees perspectief te zien.

Bezwaren:
a) onzuiver element in het rechtstreekse kiesrecht b) verstoring van de maatstaf van evenredige vertegenwoordiging c) mogelijk een lagere waardering van het lidmaatschap d) uit democratisch oogpunt onwenselijk e) er kan druk worden uitgeoefend op het lid om bepaalde kwesties in het EP te nationalistisch te behandelen.

Het Kabinet staat voorshands op het standpunt dat de bezwaren tegen een grondwetswijziging ten behoeve bijzonder lidmaatschap het zwaarst wegen. Een oplossing voor het probleem van de wenselijke binding met het nationale parlement enerzijds en de zware belasting van een dubbel mandaat anderzijds zou wellicht in een andere richting gezocht kunnen worden. Het Kabinet zou het op prijs stellen indien de Kamer zich zou uitspreken tegen een grondswetswijziging ten behoeven van een bijzonder lidmaatschap. Mocht de Kamer zich wel positief uitspreken dan is de regering bereid haar medewerking te verlenen aan de grondwetswijziging.