Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00691
12-5-1969
Samenvatting
Dejeuner van de Zes Ministers van BZ op de residentie van Thorn (Luxemburgs Verslag).
Op de bijeenkomst werd besloten het mandaat van de voorzitter van de Europese Commissie nog een jaar te continueren. Verder werd gesproken over het einde van de overgangsperiode en de uitbreiding van de EEG. Debré is er van overtuigd dat toetreding van het VK in strijd is met de doelstellingen van de gemeenschappelijke markt. Volgens Luns is de gemeenschappelijke markt op sommige punten nog in ontwikkelingen en kunnen kandidaatleden bij deze discussie betrokken worden. Luns stelt dat informering van de kandidaatleden tijdens onderhandelingen tussen de Zes noodzakelijk is.
Conclusie:
Frankrijk, Luxemburg, Nederland, België en Duitsland hebben een belang bij het behouden van de gemeenschappelijke markt zoals deze nu is. In tegenstelling tot de Italianen maakt Nederland, frappant genoeg, het voltooiien van de gemeenschappelijke markt ondergeschikt aan de uitbreiding. Voor Italië is de toetreding van het VK cruciaal.
Zie ook