The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01377
05-06-1962
Actors
Nota
Summary
Nota inzake onderhandelingen tussen Engeland en de EEG.
In de nota van 1 mei werd een weinig bevredigend verloop van de onderhandelingen geschetst. Helaas moet nu worden geconstateerd dat ook na de besprekingen van 11/12 mei en 29/30 mei het beeld van de besprekingen nog weinig rooskleurig is. De onderhandelingen verlopen traag en de standpunten liggen op belangrijke punten nog ver van elkaar verwijderd en er zijn zelfs punten waar de zes ondering nog niet tot een standpuntbepaling zijn toegekomen.
Bij een dergelijke gang van zaken slinken de kansen op een vergelijk. De kern van de moeilijkheden ligt in de positie van Frankrijk. Frankrijk heeft weinig voordeel bij een Britse toetreding en ziet veel nadelen. Het centrale probleem is voor Frankrijk dat het de leidende positie, die het zichzelf heeft toegedacht in Europa, met anderen moet gaan delen, zodra Engeland en andere Europese landen zich hebben aangesloten. De Franse taktiek is daarom gericht op vertraging.
In deze situatie kan door besprekingen op het hoogste niveau - zoals tussen MacMillan en De Gaulle - de vereiste impuls aan de onderhandelingen worden gegeven. De onderhandelingsstandpunten zijn echter nog te weinig uitgekristalliseerd.
Gezien het risico van mislukking lijkt het dringend gewenst dat Nederland zich op korte termijn met zijn Benelux-partners beraadt over wat er van Benelux-zijde gedaan kan worden. Hiervoor is een ontwerp-memorandum bijgevoegd.
See also