Graaf Willem III beleent Willem heer Everardsz. met de landen in het gerecht van Opburen die deze van de heerlijkheid Amstel in leen hield; met zijn toestemming geeft Willem deze goederen aan zijn echtgenote Margareta als lijftocht, aan zijn broers Gerard Taadse en Nicolaas, welke laatste diens echtgenote Hildegonde ermee lijftocht, en aan Hendrik de Jonge.
Willam heren Everaerds z.
In de marge, door andere hand: Lien Willaemsa heren Evertsb z. – Eronder, met andere inkt, een kruis.
Deze oorkonde is door hand 3B1 in het register B ingeschreven samen met de flankerende nrs. AW 10 en 12, d.d. 28 resp. 30 april 1321; deze drie teksten lijken dan ook een codicologische eenheid te vormen (zie de Inleiding). Het is dan ook het meest waarschijnlijk dat ook nr. 11 in 1321 is uitgevaardigd. Die waarschijnlijkheid wordt zekerheid wanneer we in aanmerking nemen dat graaf Willem in 1320 van 9 maart tot 1 april aanwijsbaar is in Henegouwen, en pas op 6 mei weer terug was in Holland, waar hij toen in Dordrecht oorkondde. In de datering van deze oorkonde in afschrift B, alwaar staat M CCC ende ende twintich, zal derhalve ofwel tussen beide woorden ende het woord een zijn weggelaten, of moet het eerste ende worden gelezen als een.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaemc graved van Heynnegouwene etc. maken cond allen luden dat Willaemf heren Everaerds sone voir ons verliet hevet dat hi sculdich es te houden van onser heerlichede van Aemstel al sulc goed als hier na bescreven staet, gheleghen es binnen den gherechte tote Obburen: int eerste ene halve hoeve lands dair sinen woninghe op staet ende ene hoeve lands die leghet boven der heren hoeve van Sinte Katerineng; item zes morghen lands legghende an die zelve hoeve; item elf morghen lands die gheleghen sienh opt velt tote Obbureni; item vijf morghen lands die hieten die Langacker. Wilc land voirscreven Willaemj voirseyd an ons versocht hevet, ende wi hebbent hem verlient voir ons ende voir onse nacomelinghe in alsulker manieren als hijt plach te houden van der herelichede van Aemstel, hem endek sinen outsten sone jof siere outster dochter, liet hi ghenen zone, die hi heeft of hebben zal bi Magrieten sinen wive, van gratien te blivenl ende dair tenden van rechten liene van ons te houden. Ende van desen lande voirs. hevet hi ghemaect bi onsen goed denken Margrietenm sinen wive voirscreven tote hore liftochte die halve hoeve lands dair sine woninghe instaet ende die hoeven lands die leghet boven der heren hoeve van Sinte Katerineno. Voirt hevet hi Gherijd Taedsen sinen broeder voirt verliendp die zes morghen lands voirscreven, ende Clayse sinen broeder die elf morghen lands opt velt tote Obburenq, ende die hevet Clayse voirs. ghemaect Hildegonde sinen wive tote hoire lijftochte; voirt hevet hi Heynricr den Jonghen verlient die vijf morghen lands die ghehieten sien die Langacker. Ende omme dat wi dit vaste ende ghestade houden willen, zo hebben wi desen brief bezeghelt met onsen zeghele.
Ghegheven tote Dordrechts op den meyen avond int jaer ons Heren M CCC ende endet twintich.
Per dominum Zudensemu, Symonv de Benthemw, Gherardx de Raporsty et alios.
- graaf Willem III
- Henegouwen
- Willem heer Everardsz.
- heerlijkheid Amstel
- gerecht van Opburen (IJsselstein)
- Sint Catharinaklooster (Utrecht)
- Langakker
- Margareta, echtgenote van Willem heer Everardsz.
- Gerard Taadsen, broer van Willem heer Everardsz.
- Nicolaas, broer van Willem heer Everardsz.
- Hildegonde, echtgenoot van Nicolaas broer van Willem heer Everardsz.
- Hendrik de Jonge
- Dordrecht
- bisschop van Zuden
- Simon van Benthem
- Gerard van Raaphorst