Graaf Willem III verklaart dat de helft van de door Aleid Reiniersdr. nagelaten landen, waarvoor zij keurmedig was, door haar dochters Ave en Griet is aanvaard, maar dat haar zoon Roelof en diens zuster Fie, die niet keurmedig wilden worden, de andere helft aan hem hebben opgedragen, waarop hij Roelof diens deel, zijnde 1 morgen en 200 roeden land in Outersdorp in de parochie van Diemen, heeft verkocht; een deel van de koopsom zal worden aangewend voor Aleids testament en uitvaart.
Die rentmeester van Aemstel.
In de marge, door andere hand: Coermede.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb, van Hollandc etc. maken cond etc. dat onse lieve ende ghetrouwe die biscop van Sudend, onse rentemeyster van Aemstelrelande, vercoft hevet Roelof Aleydenf sone ene morghen ende twie hondert roeden landsg alsoe als si gheleghen sijn tOutersdorp in den kerspel te Diemen, dat Aleyden Reyniers was die woende te Diemen, die onse coermiedighe wijfh was van goede dat si obboerde van Kerstinen hare dochter die onse coermiedich wijfi was. Ende dat wederdeil van desen voirseyden lande zoe hebben behouden deser Aleyden dochteren Ave ende Grietej mid horen monbaren, ende dit voirscreven land soe hebben op ghedraghen ende quite ghescouden Roelof ende Fie sin suster med haren monbaer; want hem ane bestorven was van Aleyden hore moeder, sone wouden sijs niet opboren ende coermiedich worden. Merk desen voirs. Roelof coftet weder als voirs. es tenen vrien eyghen te behoudene omme twie ende twintich pond ende vijftien scellinghe goids ghelds, l den groten Tornoysem over twaelf peninghe gherekent; ende van desen ghelde soe sal weder ghaen voir Aleyden testamente ende uuttinghe zes pond ende vijftien scellinghe des voirseyden payments. Ende desen voirseyden coep gheloven wi stade te houden ende stadighen med desen brieve.
Ghegheven te Hairlemn op sinte Katherineno dach int jaer ons Heren M° CCC° XXVIII°.
Per episcopum Zudensemp.