Gerard van Heemskerk, ridder, verklaart dat hij ten tijde van zijn baljuwschap van Amstelland vanwege de graaf aan Jan Schoter het land heeft verkocht dat aan de graaf rechtmatig was aangekomen van Pieter Grietenz. en diens broer Sale, en dat de koopsom is betaald en met de graaf verrekend.
Gerijt van Eemskerke.
Vgl. nr. AW 40; de belanghebbende heet daar Jacob Steter i.p.v. Schoter.
a Ic hairb Gherardc d van Eemskerce, ridder, make cond ende kenlijcf etc. dat ic tog diere tijd doe ic bailiu was in der heerscap van Aemstele van mijns heren weghen sgraven van Hollandh alsulc land als mijn here i met allen rechte aen comen was van Pieter Grieten sone ende van Salen, sijn broeder, Jacob Scoterj vercofte, ende hi dat betailde, went icket den here gherekent hebbe.
In kennessen der waerheyt bezeghelt mit minenk zeghele. Gheghevenl int jaer ons Herenm XIIIC twintich ende drie des anderen manendaghes na Quasi modo geniti.