Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem III, die door tussenkomst van met name genoemde (leden van de Raad) een afkoopregeling heeft getroffen vanwege de keurmedigheid van Pontiaan Frankenz. en diens kinderen Anfard, Frank, Hildegonde en Bartraad, ontslaat dezen en hun nakomelingen voor 16 pond Hollands van die keurmedigheid, op voorwaarde dat zij zich niet opnieuw in onvrijheid begeven.

In het afschrift A is de plaats van uitvaardiging half in de pen gebleven; de kopiist van B vulde dat aan tot 'Den Haag'. Volgens zijn itinerarium verbleef Willem III in ieder geval op 28-30 september in die plaats.

Wi Willem^a grave^b van Heynnegouwen^c etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Pollanen^d, Henric^e van Emskerc^f, Willem^g van Outshorne^h, Enghebrechtⁱ van Vorscoten^j, Henric^k heren Dierix^l f.^m, Willemⁿ den Cuser, ^o Gheret^p Alewins^q f.^r hebben laten verdinghen Pontiaen Vranken f.^s, Anfard, Vranke, Hildegond ende Bartrad, Pontiaens kindere vors., om XVI lb. Hollands^t van alsulker coirmieden als si sculdich waren, dar si Willem^u den Cuser tonser behoef ghenoech of ghedaen hebben; ende scelden hem ende hor nacomelinghe van der coirmieden vors. vry ende quite, ten ware dat si hem verdieden.

In orkonde etc. Ghegheven in die ^v des sonnendaghes na sente Baven dach int jair van^w XXXIII^o.