Graaf Willem III treft een afkoopregeling met Nicolaas Ludolfsz. van Oetewaal, diens echtgenote Aleware en hun kinderen Godfried en Gerard, betreffendge hun keurmedigheid, waarvan hij hen voor 20 pond Hollands ontslaat, op voorwaarde dat zij zich niet opnieuw in onvrijheid begeven.
Clays Ludolffs z.
In de marge, door andere hand: Nota.
In de onderstaande tekst wordt verwezen naar het voorafgaande nr. AW 110, waarin de datum van uitvaardiging wordt genoemd, die hier is weggelaten.
Willema graveb etc. maken cond etc. dat Clays Ludolfs f.c van Ottenwale jeghens ons verdinghet heeft hem selven, Alewaren sijn wijf ende Godevaerded ende Gheride, hor II kindere, vane alsulke coirmiede dar si in bedraghen sien om XX lb. Hollandsf, dar si Willem den Cuser tot onser behouf ghenoech of ghedaen hebben; ende scelden Clayse, Alewaren, Godevardeg ende Gheride vors. van der coirmieden vorscreven vry ende quite, ten ware jof si hem naemails verdieden.
In orkonde etc. Ghegheven up den dach ende int jair voirs.