Graaf Willem III, die door tussenkomst van zijn lieden een afkoopregeling heeft getroffen betreffende de keurmedigheid van Lossye Schouten weduwe en haar met name genoemde kinderen, ontslaat hen voor 8 pond Hollands van die keurmedigheid, op voorwaarde dat zij zich niet opnieuw in onvrijheid begeven.
Lossye Scouten weduwe.
In de onderstaande tekst wordt verwezen naar het voorafgaande nr. AW 127, waarin de dagtekening wordt genoemd die hier is weggelaten.
Willaema ..grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Leyden onsen cappellaen, bi Diericc van der Made, Willaemd den Cuser onsen bailiu ende rentemeister van onsen lande van Aemstelle ende bi Gherarde Alewijns sone, onsen luden die wire toe ghezet hadden, hebben laten verdinghen Lossyen Scouten wedewe, Heynen, Aliden, Elsebienen ende Bienf hore kinderen, van der coermiede dair zi in besculdicht waren omme VIII lb. Hollandsg, dair zi ons bi onsen rentemeister voirs. ghenoch of ghedaen hebben, diere ons goede rekeninghe of doen salh; ende sceldense van der coermiede quite met desen brieve, ten sie dat si hem namaels verdieden.
In orconde etc. Ghegheven op den selven dach voirs. int jair XXXVIi.
- graaf Willem III
- heer Jan van Leiden, grafelijke kapelaan
- Dirk van der Made
- Willem de Cuser, baljuw en rentmeester van Amstelland
- Gerard Alewijnsz.
- Lossye Schouten weduwe
- Hein zoon van Lossye Schouten weduwe
- Aleid dochter van Lossye Schouten weduwe
- Elsebeen dochter van Lossye Schouten weduwe
- Bie dochter van Lossye Schouten weduwe