Graaf Willem III geeft aan kooplieden en anderen uit Engeland een vrijgeleide voor heel zijn land tot Pasen eerstkomend, met de bepaling dat zij wel tol verschuldigd zijn.
Een geleyde voir den Engelsschen.
Het jaartal 1335 in de onderstaande tekst berust wel op een vergissing, gezien de data van de omringende oorkonden in dit chronologisch geordende deel van het register Engeland. In het itinerarium van graaf Willem III geeft een uitvaardiging in Den Haag op 18 oktober 1335 eveneens problemen: hij was van 7 september tot 4 oktober in Valenciennes, en daarna weer van 4 tot 19 november, zodat een onafgebroken verblijf in Henegouwen wel waarschijnlijk lijkt. In 1325 was hij echter van 8 tot 21 oktober te Den Haag. – Bij een datering in 1325 ligt voorts een samenhang met het voorafgaande nr. DE 84 voor de hand, alsmede met het direct aansluitende vrijgeleide van 23 maart 1326 (nr. DE 86).
Nos Willelmusa comes etc. universis presentibus protestamur quod nos omnibus mercatoribus et gentibus de regno Anglie oriundis per totamb terram nostram et districtum nostrum cum suis rebus et mercemoniis quibuscumque, debito iure vel theloneo abindec soluto, salvum et securum conductum veniendi, morandi ibidemd et abinde recedendi pacifice usque ad octavas Pasche proximo venturase concessimus et per presentes concedimus, omni dolo et fraude exclusis penitus in premissis.
In cuius rei testimonium sigillum nostrum presentibus est appensum. Datum apud Hagham in Hollandiaf in die beati Luce ewangeliste anno Domini Mo CCCo XXXVo.
Istam litteram habet Iohannesg Henricih, receptor noster.
Per dominum et commune consilium.