Graaf Willem III geeft Willem vrouw Baartenz., rentmeester van Kennemerland en West-Friesland, opdracht tot verkoop van het land dat die van Vronen toebehoorde en dat buiten de parochie gelegen is, en toestemming tot ruil van ‘vredig’ land aldaar met grafelijk land te Langedijk; voorts moet de rentmeester samen met de baljuw alle lenen in een hoek van het ambacht ruilen met land elders, omdat de graaf de beschikking wil hebben over een aaneengesloten stuk grond.
Roerende den kerspel van Vrone.
Van Vroenrelant.
De betekenis van de term ‘vredig land’ is niet duidelijk. In het MNW s.v. vredich wordt, op basis van onder andere de onderhavige vindplaats, gesuggereerd dat het ‘onvruchtbaar land’ zou kunnen betekenen. Meer voor de hand liggend is evenwel een eveneens t.a.p. genoemd verband met het Middelhoogduits ‘vreidec, vreidic’, dat onder meer ‘trouweloos, afvallig’ betekent; het zou dan land kunnen zijn dat vanwege ontrouw door de grafelijkheid was geconfisqueerd.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema graveb etc. maken cond etc.c dat wi Willaemd veren Bairten sone, onsen rentemeester van Kennemairlande ende van Vriesland, bevolen ende macht ghegheven hebben ende gheven te vercoepen van onsen weghen te vrien eyghen al dat land dat diere van Vroenre was, dat buten den kercspil van Vroenen gheleghen is; ende so wie van den voirnoemden lande jeghens hem copet, dien coep houden wi ghewaert te vrien eyghen, ghelike of wijt selve ghedaen hadde. Voirt gheven wi hem macht al dat vredighe land dat yemant hevet binnen onsen lande van Vroenenf te verwandelen om ander land dat wi legghende hebben op den Langhen dijc; ende bevelen onsen bailiu van Kenemairlandg ende van Vriesland ende onsen rentemeester voirs. dat si mitter wareyden beproeven wiere vredighe land hevet bi bescede, jof en doet. Voirt so bevelen wi onsen bailiu ende rentemeester voirs. dat si verwandelen op die enen hec van onsen ambocht voirs. alle die ghene die op onse amboch voirseyd verleent sien, want wi onse land voernoemd verghadert ende toit enen stucke hebben willen.
Ende omme dat wi willen dat alle dese stucken voirs. seker, vast ende ghestade bliven, hebben wi etc. Ghegheven in die Haghe des donresdaghes na meyedach int jaer ons Heren M CCC twe ende twintich.