Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A FR_K_X024r_105_1 B FR_G_X023v_105_1

A: AGH 325 (klein register Friesland), f. 24r, nr. 107 (primaire registratie).
B: AGH 324 (groot register Friesland), f. 23v, nr. 108 (106) (na 1331 juli 17, wrs. vóór 1336 mrt. 15, naar A).
Opschrift:

Heere Jan van Cunerea.

Een streep door het begin van de tekst.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 473.

Deze oorkonde, die de chronologische orde van het register doorbreekt, zal op of kort na de datum van uitvaardiging in A zijn geregistreerd op de de brede ondermarge van f. 24r.

Wi Willaemb grave van Heynnegouwenc etc. onbieden allen onsen baeliuwen, scouten ende allen onsen goeden luden van onsen lande, wel gheboren, poirtere ende ghemeente: istd dat zake dat hair Jan van Cunerene, ridder, enich goed neemt op die Oistvriesenf die onse viande sien, jof enighe Vriesen vanghet, ende hiet tgoet jof Vriesen in onsen lande brenghet, dat gien dair mede berusten lait ende onghemoyt doen dat hem goeddenct; ende des niene lait. Dit zal gheduren toit onsen wederzegghen toe.

Ghegheven in die Haghe des sonnendaghes nae sinte Nyclaesg dach int jaer ons Heren Mo CCCo acht ende twintich.

[Dienstaantekening:]

Per dominum Iohannemh de Polanen.

a
Cun’e B.
b
Will. AB.
c
Heynn. AB; in nn een poot te weinig A.
d
es B.
e
grotendeels op rasuur; mogelijk stond er eerst Cruninghe (van de verdwenen letters zijn nog gedeelten van i en gh te zien) A.
f
Oistfriesen B.
g
Nyclais B.
h
Io. AB.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: heer Jan van Kuinre, ridder