Graaf Willem III vergunt jonkvrouw Margareta van Hagestein, echtgenote van Hendrik van der Lek, dat zij het leen dat zij verzocht heeft te ontvangen niet zal kwijtraken vanwege uitstel door haar van de belening.
Joncfrou Margrietea van Hagensteyne Henricx wijff vander Lecke.
Wi Willaem grave van Henegouwenb etc. maken cond allen luden dat joncfrou Margriete van Haghensteyne, Heynrix wijf van der Lecke, an ons versocht hevet tontfane alsulc ghoet als si van rechte van ons sculdich waren tehouden, alsoe dat wi hair ghewaren dat si bi c desen versoeke niet versumen en mach, tote onsen weder zegghen toe, sonder archlist.
In oirconde etc. Ghegheven in die Haghe des dinxendaghes na zente Matheus dach int jaer ons Heren M CCC vier ende twintich.
Per dominum personaliter et Willelmumd camerling.