Graaf Willem III beleent Jan van der Schure met het zesde deel van de tienden van Liede en Schalkwijk, dat hem daartoe was opgedragen door Frank van Keeten.
Vranke van Koeten.
Een identieke dienstaantekening staat in AGH 255 bij dit nr. KE 21 en in AGH 256 bij nr. KE 20; de aantekening zal door een van beide kopiisten verkeerd zijn geplaatst. Gezien de aard van de in beide oorkonden neergelegde rechtshandelingen behoort de notitie mogelijk bij het onderhavige nr. KE 21.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Henegouwena b maken cond allen ludenc dat voer ons quam Vranked van Keeten ende droech ons op dat zestendeel van der tiende ter Leede ende te Scalwijc, die hi van ons helt te rechten liene tote Jans behoefe van der Schuref, wilc sestendeel van der tiende voers. wi verliet hebben ende verlien Jan van der Schure voernoemt van ons ende van onsen nacomelinghen hem ende sinen nacomelingheng te houden te rechten leene.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven te Haerlaem op sinte Bartholomeus avende int jaer ons Heren M CCC ende twintich.
Per episcopum Zudensemh, per dominum Symonemi de Bentenj et dominum Gherardumk de Raporst.l