Graaf Willem III bevestigt de schenking door Jan van der Schure aan diens echtgenote Elizabeth van een lijftocht bestaande uit een jaarrente van 4 pond uit enkele nader omschreven grafelijke lenen; voorts regelt hij de vererving van deze lijftocht.
Lijsbette Jans wijf vander Scuyre.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. maken cond etc. dat voer ons quam Jan van der Scure, ende makede met onser hand Lizebettenc sinen wive te hore lijftochte vier pond sjaers, alsulc payment alse ghinghe ende gave es, op een leend goet die hi van ons hout te rechten leene, dat es te wetene ter Leede ende te Scalwijc, in Brecht gheerswaerte ende in die Madewaerd, wilke lijftochte voers. wi hoer verliet hebben ende verlien na zede ende woente van onsen lande, inder manieren dat na hore doet so salt comen ende besterven op horen ousten sone die si bi Janne van der Schuref voers. horen manne hebben sal.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven te Haerlaemg op sinte Bartholomeus daghe int jaere ons Heren M CCC h ende twintich.
Per episcopum Zudensemi, per dominum Symonemj de Bentenk et dominum Gherarduml de Raporstm.