Graaf Willem III deelt de rentmeester van Kennemerland en West-Friesland mee dat hij Gerlach Capellarijsz. van Kleef toestemming heeft gegeven om vijf scharen beesten te weiden in de duinen.
Gerijt Cappellarijs z. van Cleve.
Een streep door het begin van de tekst.
In de marge een kruis.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. ombieden ju Willaemc veren Baertend sone, onsen rentemeister van Kenemaerland ende van Vriesland, dat wi oerlof ghegheven hebben ende gheven Gherelech Cappellarijs soen van Clevee vijf scare beesten in den dunen te houden tot onsen wedersegghen, waer omme wi ju ombieden dat gier hem ghebruken laet.
Ghegheven in den Haghef des vridaghes na onser Vrouwen dach in septembre int jaer ons Heren M CCC g ende twintich.
Per dominum.