Graaf Willem III gelast Willem Hugenz. van Zaanden dat hij jonkvrouw Goede Jansdr. van Bergen betaalt wat zij nodig heeft, zoals zal worden vastgesteld door de bisschop van Zuden en heer Simon van Benthem of door een van beiden.
Jonfrouwe Goede Jans dochter van Bergen.
Een streep door het begin van de tekst.
In beide afschriften B en C was de oorkonde gedateerd in het jaar 1320, en dat zal dan ook de datering in het verloren register zijn geweest; de oorkonde zou dan op 2 oktober van dat jaar zijn uitgevaardigd. In B heeft een andere, contemporaine hand het jaartal evenwel gecorrigeerd tot 1321, welke leidt tot de bovenstaande datering. Dezelfde correctie bracht hij aan bij de in dat register voorafgaande oorkonde, nr. KE 35. Het is evenwel mogelijk dat de corrector tot deze handeling kwam louter op basis van het feit dat plaatsing van de twee teksten in 1320 de chronologische volgorde zou doorbreken die hier in het register aanwezig is, en dat de verbetering dus niet gestoeld is op inzage van het origineel of kennis van de tijd van uitvaardiging. Hierbij komt dat een vergissing in het jaartal door de scribenten van de originele oorkonden in het geval van het kort na Pasen uitgevaardigde nr. KE 35 niet onmogelijk is, maar in het geval van het in oktober uitgevaardigde nr. KE 36 minder voor de hand ligt. Hoe dit ook zij, het juiste jaartal is in beide gevallen met grote waarschijnlijkheid 1321, zoals blijkt uit het itinerarium van de graaf. Wat de onderhavige oorkonde betreft: op 9 oktober 1321 was hij in Albrechtsberg, terwijl hij in 1320 van 21 september tot 13 oktober in Le Quesnoy verbleef.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. ombieden u Willaem Hughenc sone van Zaenden dat ghi joncfrouwen Goeden Jans dochter van Berghen ute doet ende betaelt tote hore coste ende behoefte also vele alse onse ghetrouwe lude die bisscop van Zuden ende haer Symond van Bentene, jof den enen van hem beyden, goet denken sal dat hoir behoeven sal; ende van also vele alse ghi bi onsen ghetrouwen luden voers., jof bi den enen van hem twien, uyt gheven sult voer der joncfrouwen behoeft voernoemd, daer of zullen wi u ghewaert ende quite houden met desen brieve bezeghelt met onsen zeghele.
Ghegheven Tordrechtf des donresdaghes na sinte Baven dach int jaer ons Heren M CCC eeng ende twintich.
Per dominum Zudensemh et dominumi Symonemj de Bentenk.