Graaf Willem III draagt meester Floris Simonsz. van Haarlem op het timmerwerk in zijn burchten, huizen en molens in Kennemerland en West-Friesland te onderhouden tegen een jaarloon van 5 pond en een paar kleren, en een onkostenvergoeding van 18 penning Hollands per gewerkte dag.
Meyster Florensa Simons z. tymmerman.
Een streep door het begin van de tekst.
Wi Willaemb grave van Heynnegouwenc etc. maken cond allen luden dat wi bevolen hebben ende bevelen mit desen openen brieve meester Florensd Symons f. van Hairleme onse timmeringhe in Kennemairlandf ende in Vrieslandg van onsen borghen, husen ende molen te verwaren toit onser oirbair, ende hier of so gheef wi hem ende willen dat hi van ons hebben vijf pond sjaers ende een pair clederen, ende als hi timmert in onse werc so sal hi hebben sdaghes achtien penningen Hollandsh op sijns selves cost; ende ombieden onsen rentemeesters van Kennemairlandi en van Vriesland die nu es jof hier na wesen sal dat hi mester Florensj voirs. dit voirs. ghelt ende cleder gheve also sijn jaerscare om comen is. Dit sal gheduren toit onsen weder segghen.
Bezeghelt mit onsen seghel. Ghegheven in die Haghe des woensdaghes na sente Symon ende Judenk dach int jaer ons Heren M CCCo ende dortich.