Graaf Willem III bevestigt de schenking door Jacob van Elsbroek aan diens echtgenote Erkenrade van een lijftocht van diverse nader omschreven goederen en inkomsten.
Erkenraet Jacob van Hilsbroecks wijff.
Vanwege de plaats van deze tekst in het (hier grotendeels chronologisch opgebouwde) register, tussen oorkonden van oktober 1330 en april 1331, is het waarschijnlijk dat bij de datering van deze oorkonde, die in de huidige redactie gedateerd zou moeten worden op 1330 april 9, een vergissing is begaan en dat het jaar als 1331 gelezen moet worden; de dagtekening wordt in dat geval april 1. Zulk een vergissing valt gemakkelijk te verklaren vanwege de datering vlak na het moment van wisseling van jaartal op Goede vrijdag (zie de Inleiding). Ook is het mogelijk dat de vergissing is begaan bij het kopiëren van de tekst in het register AGH 256, waarbij dan het woord een over het hoofd zou zijn gezien; voor precies zo’n kopiistenfout zie de kopie B van de volgende oorkonde nr. KE 167.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat Jacob van Hilsbroc mit onser hand ghemachtb hevet Erkenraetc sinen wive tot hare lijftocht, in den eersten die minder helft van achte ende dortich morghen lands legghende in Hairlemerd vene, op die zuytside veren Grieten vene, an den broc die noirtside, ane die poirt van Hairleme toistende ende ane die middel van den vene dat westende; item die mindre helfte van den twe dele van den smaltiende gheleghen ter Niewerkerkenf; item die minne helfte van alle den tiende te Ravensdorpg tusken veren Douwen slote ende die meer; ende die minre helfte van X s. sjaers die Jacob voirs. heeft op Symon Hughen soens hofstede, die hi hevet binnen der vrihede van Hairlemh. In wilker lijftochte voirscreven wi Erkenraeti voirseyd gheloven te houden na sede ende custume van onsen lande.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des manen daghes na Paischen int jaer ons Heren M CCC ende dortichj.