Graaf Willem III bevestigt de schenking door Hendrik Pietersz. aan diens echtgenote Reinste van een lijftocht, bestaande uit een huis en hofstede binnen de Heinewerf in Akersloot, die Hendrik van hem in leen houdt.
In de bovenmarge het opschrift Kenemairlanda.
Reynste Henricb Pieters z. wijf.
c Willemd gravee van Heynnegouwenf etc. maken cond etc.g dat Henrich Pieters f.i med onser hand ghemaect heeft Reynsten zinen wive tot hore lijftocht sijn huys ende sine hofstede binnen den Heynewerve, legghende in Akerslote, also groet alst Henric vors. van ons te leene houd; in welker lijftochte wi gheloven Reynsten vors. te houden als wi sculdich sien te doene na zede ende coustume van onsen lande.
In orkonde etc. Ghegheven in den Haghe des dinxendaghes na sente Baven dach int jair ons Heren Mo CCCo drie ende dortich.