KE 183
1333 september 13
Den Haag
Graaf Willem III bevrijdt zijn kamerling Koenraad Jacobsz., die niet vanwege van vrienden geërfde goederen weer in horigheid kan geraken.
A: AGH 256 (klein register Kennemerland), f. 28v, nr. 177 (primaire registratie).
In de ondermarge de custode: Sequitur van Reynsten lijftochte Heynrica Pietersb f.
B: AGH 255 (groot register Kennemerland), f. 25r, nr. 183 (na 1336 sept. 14-wrs. vóór ca. 1340 mrt., naar A).
Opschrift:
Conraet Jacobs z.
Wi Willaem gravec etc. maken cond etc.d dat wi ghegheven hebben ende gheven mit desen brieve Conraede Jacobs sone onsen camerlenc vry, hem ende sine nacomelinghen, f ende al dat selve recht dat vrye lude hebben in onsen lande van Kenemairlandg, ende niet te verdieden mit ghenen goede dat hem mit rechte op bestorven mach van sinen vriendenh.
In orkonde etc. Ghegheven in den Haghe des manendaghes na onser Vrouwen dach in septembris int jair ons Heren XXXIII.
a
Heynr. A.
–
b
Piet. A.
–
c
..grave van Heynn. B.
–
d
allen luden i.p.v. etc. B.
–
e
Coenraed B.
–
f
hier ghehelike dat ander vrye lude sijn in Kenemairland, ten ware dat si hem verdieden doorgestreept A; deze woorden niet overgenomen B.
–
g
Kenem’land B.
–
h
ende al dat selve ... vrienden na voltooiing van de tekst met een verwijsteken eronder toegevoegd A; deze woorden achter de tekst geschreven B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Koenraad Jacobsz., kamerling van de graaf