Graaf Willem III bevestigt de schenking door Colijn, neef van vrouw Baarte, aan diens echtgenote Aleid van een lijfrente, bestaande uit de kleinste helft van twee jaarrenten en van drie kapoenen, die deze van hem in leen houdt, alsmede van de helft van twee hoed rogge jaarlijks uit de grafelijke tienden te Tetterode en Albrechtsberg.
Alijt Colijns wijf voirnoemda.
Vgl. de in het register voorafgaande oorkonde nr. KE 206, van dezelfde datum.
Willaem ..grave van Heynnegouwenb, van Hollandc ende here van Vrieslandd maken cond allen luden dat Colijn veren Bairten neve mid onser hant ghemaict hevet Aliden sinen wive die hi nu hevet tot hore lijftochte die minre helfte van achte pond, twie scellinghe ende ses penninghe ende drie cappoenen die hi van ons te liene hout, also als zi staen in ons rentemeisters register van Northollande, ende die helfte van twien hoet rogghen die hi jairlix hevet tot sinte Martijnsf misse in den winterg uyt onser tiende tote Tetroeden ende tote Alebrechts berghe; in wilker lijftochte voirscreven wi Aliden voirs. gheloeven te houden als wi sculdich sien te doene na zede ende costume van onsen lande.
In orconde desen brieve bezeghelt mid onsen zegheleh. Ghegheven in die Haghe des donresdaghes na onser Vrouwen dach nativitas int jair ons Heren Mo CCCo ses ende dortich.
Per commune consilium; G. Alewini.i