Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B NH_G_X013r_071_1 C NH_K_X013v_071_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 242 (groot register Noordholland), f. 13r, nr. 73 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).

In de linkermarge: ¶ Hec littera est sub Jacobo de Malbodio. – In de rechtermarge: Van Ghoeswijn van Rossen a van den huyse van Rinenburch.

C: AGH 243 (klein register Noordholland), f. 13v, nr. 72 (wrs. ca. 2e kwart 14e eeuw, naar A).
Opschrift:

Roerende den huyse van Rijnenborch.

In de linkermarge: Hec littera est sub Jacobo de Malbodio.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 161, ad 1315 april 21 (naar 'Les Chartres des Comtés d'Holl. etc. van de L.K. pag. 39 et versa') – Wymans, Inventaire comtes de Hainaut, p. 114, nr. 501, ad 1315 april 21.

In de datering geeft de naam van de feestdag problemen: in afschrift B wordt sint Marcus genoemd (in een wat ongebruikelijke spelling), hetgeen leidt tot de datering 1315 april 21; in C staat sint Mathijs, die leidt tot hetzij 1315 februari 17 hetzij 1316 februari 22, afhankelijk van het al dan niet toepassen van een voorjaarsstijl; zie de Inleiding. In de editie in ChHZ, op basis van een andere bron dan B of C, staat 'Ste. Marcus dagh'; ook Wymans, l.c., geeft met verwijzing naar de originele oorkonde in het archief van de graven van Henegouwen de datum 1315 april 21.

De afsluitende opmerking in B verwijst naar nr. NH 430 in hetzelfde register; vgl. voorts nr. NH 157.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Allen den ghenen die dese letteren sellen sien jof horen lesen, ic Ghoeswijn van Rossenb saluyt ende kennesse der waerreyt. Ic make kont ende kenlic hem allen dat ic gheloeft hebbe ende ghelove minen lieven here den grave van Henegouwenc, van Hollandd etc. dat goet dat hi mi gheghevene hevet met den huse van Rinenburch van hem te houdene te leene te beterne tote hondert pond sjaers Hollandsf mit den renten dier toe horen; ende so wanneer ic sal goet vinden te cope, dat ict copen zal so ic alre eerste mach, sonder arghenlist, ende houden van minen lieven here den grave voerseyt te leene in al deser selver maniere dat die handveste spreket van den huze van Rinenburch dat hi mi ghegheven hevet. Ende waer dat sake dat mijns ghebrake eer ic die hondert pond sjaers voldaen hadde, so wil ic ende daer toe verbinde ic mijn erfnamen dat sijt voldoen sullen in alder maniere datg voerseyd es, willen si thuys van Rinenburch ende sgoeds ghebruken.

In orkonde h desen brieve bezeghelt met minen seghele. Ghedaen des manendaghes voir sinte Marchusi dach int jaer ons Heren M CCC ende vijftiene.

j Vendidit heren Willaemk van Outshorne; infra numero 418.l

a
het volgende aangevuld door de 15e-eeuwse hand die de opschriften schreef B.
b
Ressen C.
c
Heneg. BC.
d
Holl. C.
e
gheven C.
f
Holl. BC.
g
die C.
h
hier van C.
i
Mathijs C.
j
het volgende door een andere hand B
k
Will'm B.
l
deze aantekening ontbr.C.
Oorkonder: Gozewijn van Rossum
Destinataris: graaf Willem III