Graaf (Willem III) geeft de bisschop van Zuden het vruchtgebruik van alle goederen van Dirk van der Mije, eigen zowel als leengoed, totdat de bisschop daaruit de 420 pond Tournois heeft getrokken die Dirk hem blijkens onderzoek van de graaf nog schuldig is; de oorkonde wordt meebezegeld door de heer van Voorne, de heer van Arkel, de heer van IJsselstein en de heer van Abcoude.
In de rechtermarge: Van den bisscop van Zuden.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontaal streepje. – In de ondermarge, door de schrijfhand, de custode ¶ Dit es dat goed dat haer Jacob.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Item hevet mijn here bi siere lettere den bisscop van Zuden in die hand gheset die bruecwaer van al Dierixa goede van der Myeb, eest eyghen of leene, ter tijd toe dat hi van der bruecwaer ontfaen hevet ter goeder rekeninghe vierhondert twintich pond Tornoisc die mijn here ter waerheden vondend hevet dat Dierice van der Mye den bisscop voerseyd sculdich es; ende mijn here hevet ontbodenf sinen baeliu van Rijnlandg dat hi den bisscop voers. des goeds ghebruken doe.
Ende dit hebben met minen here bezeghelt die here van Voirneh, die here van Arclei, die here van Yselsteinej ende die here van Abbecoude. Ghegheven tote Aelbrechts berghek op der Elfdusend maechden dach int jaer ons Heren M CCC een ende twintich.
Per dominum episcopum Zudenseml.m