Graaf Willem III, gezien hebbende een oorkonde van schepenen van Leiden waarin Boudekijn Griet Nannenz. een jaarrente van 5 pond Hollands vrij geld uit een weer land in Achthoven verkoopt aan Filips vrouw Gobburgenz., en gehoord hebbende dat Boudekijn nu beweert dat die rente een leen zou zijn dat Filips heeft verbeurd, beslist dat er in die overeenkomst geen sprake is van een leenverhouding en beveelt zijn baljuw van Rijnland om de achterstallige rentebetalingen die Boudekijn aan Filips schuldig is in te panden.
Phillips veren Gouburgen z.
Aan het einde van de tekst in de marge een horizontaal streepje.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Henegouwena, van Hollandb etc. maken cond etc. dat Philips veren Gobburghec sone ons ghetoghet hevet dat hi ghecoftd hevet in een were lands tote Achtehoeve, dat Boudikaiene Griete Nannenf sone houdg van den domproist van Utrecht, vijf pond Hollandsh sjaers vrijs gheldsi, ende die zullen ewelike op dat land staen, ende dese voerghenoemde vijf pond Hollandsj sjaers hevet Boudikaeien voers. selve gheloeft voer scepene in Leyden dat hi jof so wie dat voers. land bruict dat hise Philips voers. ende sine nacomelinghe jaerlix gheven sal te Voerscotenre ende Valkenborgherk marctenl; hier boven coemd nu Boudikaien voers. om dat hi dit weer lands voers. van den domproist houd ende zeghet dat Philips voers. dese rentenm van hem te liene houden sal ende dat hise verbuirdn hevet om dat hise van hem nieto ontfaen en hevet. Ende es dat Pilips voers. met scepen brief van Leyden betoghen mach als ons scepene scriven dat Boudikaienp voers. hem verliet hevet zelve vijf pondq Hollandsr sjaers vrijs ghelds op den erve voerscreven, niet uytghestekens noch inghestekent van enighen liene, zoe ombieden wi ju Jan van Rosenburchu onsen baeliu van Rijnlandv dat ghi Philipse voers. in pand ende hebben doet alsulke scoud als hem Boudikaien voers. sculdich es van sine jaerlixe renten voerscreven; ende des en laet niet.
Ghegheven tew Middelburchx op den Witten donresdach int jaer ons Hereny M CCC twie ende twintich.