Graaf Willem III staat Wouter Bonekijn toe om 2 morgen leenland in het ambacht Oegstgeest in recht eigendom te verkopen, waarvoor Wouter hem evenveel land zal opdragen, dat hij dan weer in recht leen terug zal ontvangen.
Woutter Boenckijn.
In de marge, door andere hand: Vercocht lien.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Henegouwena etc. maken cond etc. dat wi Wouter Boenckijn gheoirloeft hebben te vercoepen in vrien eyghen onse twie morghen lands die hi van ons te rechten liene houd, legghende int ambocht van Oestgheestb tusken Clays Goeden weyde op die zuitzide ende Jacob Eemsen neve land op die noirt zide; ende so wie dit land copet, dien ghelovent wijt te waerne met desen brieve als menc een vri eyghen sculdich es te waerne. Ende hier bid sal ons Wouter voers. op draghen al soe goed erve in vrien eyghen, ende dat van ons in rechten liene tontfaen.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des manendaghes na Dertien dach int jaer ons Heren M CCC ende XXIII.
¶ Hanc litteram dedit Gherarduse Enghelberto.f