Graaf Willem III geeft Vriese van Koudenhoven de 8 morgen land te Ruiven in vrij eigendom die deze eerder van hem in leen hield.
Over de verschillende foliëring (46 door de moderne hand en 47 door de middeleeuwse hand) zie de opmerking bij nr. NH 413.
Vriese van Couden hove.
In de marge, door andere hand: Vercoft lien.
A en B hebben verschillende dateringen. Die in A zal de juiste zijn, waarna de kopiist van B in verwarring werd gebracht door de vanwege een correctie wat onduidelijke lezing van het woord manendaghes in A.
Wi Willaema grave etc. maken cont allen luden dat wi Vriesen van Coudenhove enen vrien eyghendom gheven med desen brieve van achte morghen lands legghende op Ruvene, die hi van ons te leene plach te houdenb, ende ons ane quamen van Dieric van Warmonde binnen desen marken: ant west ende die Delfc, an die noird zide des proest hove van Coninxvelt, ant oest ende ons selves land dat joncvrou Aechte Bertelmeusd dochter in bruycte ware hevet, ende Gheretf Clays soens land op die zuytside.
In orkonde desen brieve etc. Ghegheven des manendaghesg na sente Matheus dach in anno XXIIIIo.
Per Willaemh camerlinc.