Graaf Willem III geeft de schepenen van Den Haag toestemming om samen met zijn hofbewaarder aldaar keuren te uit te vaardigen op wijn, brood, bier, veevoer en paardevoer, en belooft de keuren die zij met de hofbewaarder op wegen, straten en weteringen maken te zullen handhaven; voorts bepaalt hij de boete bij overtreding van die verordeningen.
Haghe.
Hage.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
De in de tekst genoemde bewaarder van het grafelijk Hof in Den Haag zal dezelfde zijn als Engebrecht van Voorschoten, rentmeester van Noordholland.
Wi Willema grave etc. maken cont allen luden dat wi onsen lieven ende ghetrouwen luden uter Haghe alsulke gracie ghedaen hebben dat die scepen uter Haghe met onsen meester uter Haghe, die onse hof al daer verwaert, maken moghen voirboden up wijn, up broet, up bier, up vodercorn ende up voder teb paerden; ende alsulke koere ende voerbode alsi maken zullen, soe wie die brake die verboerde jeghens ons dreec pond Hollandsd alse dicke als hiet dede. Voert zoe wat keuren dat die scepen met onsen meester van onsen hove vors.e maken zullen up weghe, up straten ende up weteringhen, die houden wi ghestade; ende wie daer in scepen wederseyde, die verbuerde weder elken scepen viertich scellinghe ende weder ons alse vele als weder al f die scepen. Dit zal ghedueren tonsen wederzegghen.
Ghegheven in die Haghe des zonnendaghes nae sente Lucas dach int jaer XXVo.
Per Enghebrechtg denh rentemeester.i