Gerard heer van Voorne, burggraaf van Zeeland, verklaart dat hij de tiende van Rotte, die hij gekocht heeft van zijn neef heer Dirk Bokel, ridder, in recht leen houdt van graaf (Willem III).
In de marge, door latere hand: Recht leen. – Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Idem.a
In de marge, door andere hand: Verstorven.
Vgl. het in het register voorafgaande nr. NH 267.
Wi ..Gherartb here van Vornec, borchgraved van Zeellande, maken kond etc. dat wi den tiende van Rotte, die wi ghecoft hebben jeghens heren Diericf Bokel, ridder, onsen lieven neve, houdende zijn van onsen lieven g here den grave van Heynnegouwenh, van Hollandi, van Zeellandj ende here van Vrieslandk te rechten liene.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen zeghelel int jaer ons Heren Mo CCCo vive ende twintich des saterdaghes vor sinte Symonm ende Juden dach.
n Ende desen brief heeft ons here Dierico Bokel belovet te leverenp beseghelet met ons neven zeghel des heren van Vorneq. r Ista littera est sub Enghelbertos.