Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem III verbiedt, naar aanleiding van klachten van de vrouwe van Voorne en de burggraaf van Leiden, de poorters van Delft om hopbier te brouwen, tenzij ze daarvoor zoveel aan het gruithuis betalen als ze voor een gelijke hoeveelheid bier aan gruitgeld zouden afdragen.

Enkele bladzijden verder in de registers Noordholland staat deze oorkonde nogmaals afgeschreven, temidden van stukken uit 21-26 juli 1327; zie nr. NH 340. Varianten uit die afschriften staan hieronder geannoteerd met de siglen A' (uit AGH 243) en B' (AGH 242).

Vgl. nr. NH 298.

Wi Willaem^a grave van Heynnegouwen^b etc. maken cont allen luden^c. Want onse nichte die^d vrouwe van Voerne^e ende die burchgrave van Leyden langhe tijd voir ons becroent hebben ^f over onse poirters^g van Delf dat si hem onrecht deden an horer^h grute metten hoppenⁱ biere dat si^j brouwen, zoe sien wi over een ghedraghen dat wi ombieden onsen poirteren^k van Delf dat si altemale ghien hoppen bier en brouwen, jof willen zijt brouwen, dat si also vele ghelts senden int gruit huis om hoppe^l als zi ghelts senden souden^m om grute van even vele biers; dair bi sal men hem hoppe leveren alseⁿ vele als hem behoeft^o.

Ghegheven in die Haghe up onser Vrouwen dach midde oechste int jaer ons Heren M^o CCC^o zes ende twintich^p.