Graaf Willem III stelt meester Jan Arnoud Smeetsz., leidekker, aan tot zijn leidekker in Noord- en Zuidholland ter reparatie van al zijn huizen aldaar, waarvoor deze van de rentmeester van Noordholland een paar kleren en 5 pond Hollands paar jaar zal ontvangen alsmede de onkosten wanneer hij aan het werk is; voorts zal Jan ook bij nieuwbouw zijn diensten verlenen, voor een behoorlijk dagloon.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Jan Airnt Smeets z.
Een streep door het begin van de tekst.
In de datering is sprake van sinte Mairtijns dach, zonder toevoeging. Dat hiermee sint Maarten in de winter (11 november) wordt bedoeld en niet sint Maarten in de zomer (4 juli, leidend tot een datum van 7 juli) – wat, gezien de datum van de in het register voorafgaande oorkonde, niet volstrekt uitgesloten is – wordt zowel bewezen door het itinerarium van graaf Willem III (op 7 juli was hij in Henegouwen), als door de titel 'heer' van Willem van Duivenvoorde; deze is waarschijnlijk tijdens de slag van Cassel (23 augustus 1328) tot ridder geslagen.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb, van Holland, van Zeeland ende here van Vrieslandc maken cond allen ludend dat wie meister Janne Arnoutsf Smetsg sone, den leydecker, ghenomen hebben onsen leydecker te wesen in Northollandh ende in Zuuthollandi, in manieren dat hi alle onse huze die dair binnen gheleghen sien decken ende stoppen zal med onser stoffen, mid leyen ende med loede, zoe wair des te doene es; ende dair of sullen wi hem gheven sinen cost tere wilen dat hi stoppet jof decket, ende een paer cleder te Paesken, ende vijf pond Hollanschej, diene helfte te Paesken ende die ander helfte te Bamisse. Waer oec dat wi enich nieuk werchl te doene hadden dair wien toe begheerden, soe soude hi ons dienen omme sulke dachhuren alse weseliken ware ende ons ander lude dienden. Ende onbieden onsen rentemeyster van Northollandm die nu es jof naemaels wesen zal dat hi Janne voirs. dese cleder ende dese vijf pond Hollandsn gheveo alse voirscrevenp es, ende des neneq lait; dit sal gheduren tonsen weder segghen.
Ghegheven in die Haghe des donresdaghes nae sinte Mairtijnsr dach int jaer ons Heren M° CCC achts ende twinticht.
Per dominum comitem, dominum Willelmumu de Duvenvoirde et Enghebrechtv receptorem.