Graaf Willem III verkoopt aan Dirk van Poelgeest het ambachtsgerecht van Koudekerk en de derde penning van alle boeten die daaruit voortvloeien, tot 10 pond Hollands toe, welk gerecht Dirk in leen zal houden; voorts regelt hij de vererving van dit leen.
Dirca van Poelgeest.
Links in de marge, door dezelfde hand als van het opschrift: Recht leen. – Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Poelgeest.
In de marge twee kruizen. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Wi Willaemb grave etc. maken cond etc. dat wi vercoftc hebbend Dieric van Poelgheest onse gherechte van den ambocht van Coudekerkee ende den derden penning van allen boeten diemen na dese tijd dair ute winnen sal mit rechte ende mit vonnisse, te tien ponden toe Hollandsf, in lene van ons te houden in manieren dat na siere doit comen sal op sinen outsten wittachtighen sone; ende en liet hi ghenen sone, op sijn outste wittighe dochter, ende voirt ten rechten lene; om Cg ende vijftich pond Hollandsh, dair hi Enghebrechti onsen rentemeister ghenoch of ghedaen hevet.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe des manendaghes in die Paischdaghe int jair ons Herenj M CCC een ende dortich.