Graaf Willem III geeft kwijtschelding aan heer Jan van der Wateringe, ridder, voor 225 pond Hollands of in plaats daarvan 20 pond Hollands jaarlijks, voor welk bedrag hij voor deze borg had gestaan vanwege de medegave van de echtgenote van Bartoud van Assendelft.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Jan vander Wateringea ridder.
Een streep door het begin van de tekst.
Vgl. het volgende nr. NH 530.
Wi Willaemb ..gravec etc. maken condd allen ludene dat her Jan van der Wateringhef, onse ridder, ons vol ende al ghelost heeft ende wel ghequijt van alsulker borchtocht als wi vore hem te borghe stonden jeghens Bartoudeg van Assendelf van sijns wives medegave alse van tuee hondert vijf ende twintich ponden Hollandsh of XX lb. Hollandsi syaers dair vor; ende scelden heren Janne vors. hier of quite, want hi ons dit vorseyde ghelt vol ende al betaelt heeft.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe up sente Laurens dach int jaer vanj XXXIIo.