Graaf Willem III belooft vrouwe Justine, burggravin van Leiden, dat hij haar in haar lijftocht zal handhaven, en beveelt zijn baljuws haar daarin te beschermen.
Onder de tekst in de linker marge, door andere hand: Concordatus. – Aan het eind van de tekst in de marge een streep.
Justine borchgravinne van Leyden.
Onder de tekst in de marge: Concordatus. – Een streep door het begin van de tekst. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi gheloven voir ons ende voir onse nacomelinghen b verenc Justinen, der burchgravinnen van Leyden, te houden in sulker lijftocht ende in alsulken goede als hoir die burchgraved van Leyden mit onser hand ghemaect heeft, ende wi e beseghelt hebben; ende ombieden allen onsen baliuwen van onsen lande die nu sijn jof namails wesen sullen: wair dat si dair eenighe lette an haddef, dat sise dair in bescermen alsoe dat sijs rustelike ghebruken mogheg, ende des niet en laten.
Ghegheven in die Haghe oph den meye avond int jair ons Heren M CCC drie ende dortich.