Graaf Willem III bevestigt de schenking door heer Dirk, burggraaf van Leiden, aan diens echtgenote vrouw Justine van een lijftocht van 25 pond Hollands jaarlijks uit de burcht te Leiden en uit andere inkomsten aldaar.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Justine borchgravynne van Leyden.
Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Vgl. het in het register volgende nr. NH 580.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat hair Diericb die borggrave van Leyden bi sinen goeddenken ende bi onser hand ghemaectc heeft veren Justinend, sinen wive, toit horere lijftochte die burch te Leyden ende die grafte die dair toe behoirt, ende die boter mate, die waghe, die elne ende die mudde penninghe te Leyden, also dat si hier uyt jairlix hebben zal vijf ende twintich pond Hollandsf sjaers toit horen live, ende dat dair boven blivet te gaen dairt sculdich es te gaen; in wilker lijftochte voirscreven wi gheloven veren Justinen voirghenoemdg te houden als wi sculdich sien te done na zede ende coustume van onsen lande.
In oirkonde desen brieve bezeghelt med onsen zeghelh. Ghegheven in die Haghe up sente Lucas dach int jair ons Heren Mo CCCo XXXIII.