Graaf Willem III bevestigt de schenking door vrouw Justine, burggravin van Leiden, aan haar nicht jonkvrouw Calle Mandendr. van een lijftocht van 12 pond Hollands jaarlijks uit de lijftocht die Justine zelf had ontvangen van de burggraaf.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Calle Manden dochter.
Een streep door het begin van de tekst. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Vgl. het voorafgaande nr. NH 579.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat ver Justine, die borchgravinne vanb Leyden, uyt horer lijftochte die hoir die burchgrave van Leyden ghemaect hevet med onser hand voirt ghemaect hevet joncvrou Callen Mandenc dochter, horer nichten, toit horer lijftochte twaelf pond Hollandsd sjaers soe waerse hoir die burchgrave ende die burchgravinne uter burchgravinnen lijftochte bewisen buten der poirte van Leyden; in wilker lijftochte wi gheloven joncvrouwe Kallene voirscreven te houden also wi sculdich sijn te doene na zede ende costume van onsen lande.
In oirkonde desen brieve bezeeghelt met onsen zeghelf. Ghegheven in die Haghe up sinte Lucas dach int jair ons Heren Mo CCCo XXXIII.