Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A NH_K_X100r_580_1 B NH_G_X083r_580_1

A: AGH 243 (klein register Noordholland), f. 100r, nr. 579 (primaire registratie)

Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.

B: AGH 242 (groot register Noordholland), f. 83r, nr. 569 (na 1336 sept. 20-wrs. vóór ca. 1340 mrt., naar A).
Opschrift:

Calle Manden dochter.

Een streep door het begin van de tekst. – Vóór de initiaal een horizontaal streepje.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 553.

Vgl. het voorafgaande nr. NH 579.

Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat ver Justine, die borchgravinne vanb Leyden, uyt horer lijftochte die hoir die burchgrave van Leyden ghemaect hevet med onser hand voirt ghemaect hevet joncvrou Callen Mandenc dochter, horer nichten, toit horer lijftochte twaelf pond Hollandsd sjaers soe waerse hoir die burchgrave ende die burchgravinne uter burchgravinnen lijftochte bewisen buten der poirte van Leyden; in wilker lijftochte wi gheloven joncvrouwe Kallene voirscreven te houden also wi sculdich sijn te doene na zede ende costume van onsen lande.

In oirkonde desen brieve bezeeghelt met onsen zeghelf. Ghegheven in die Haghe up sinte Lucas dach int jair ons Heren Mo CCCo XXXIII.

a
Will. AB.
b
de eerste letter onduidelijk vanwege een correctie B.
c
er staat eerder Manden dan Mauden AB.
d
Holl. AB.
e
Callen B.
f
etc. i.p.v. desen brieve ... zeghel B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: jonkvrouw Calle Mandendr., nicht van vrouw Justine, burggravin van Leiden